Oude garde v.s. vers bloed
Wellicht herken je het wel: een strijd tussen de oude garde in een team en de nieuwe medewerkers die komen…
Je werkt al jaren in een organisatie, mede door jouw inzet staan jullie nu waar jullie staan…
En dan komt er een nieuwe collega en die denkt zijn/haar plannen gelijk maar in te brengen. “Hoho, kom eerst maar eens gewoon doen zoals wij het bedacht hebben…”
Of ben je juist recent ergens gaan werken en loop je er tegenaan dat er wat mensen zitten die er al jaren werken en vastzitten in hun ideeën. Jij bent fris, hebt goede ideeën, maar ze willen er niet naar luisteren…
Ontwrichtende processen
Dit komt vaak voor. En het kan ontwrichtend zijn voor het team, relaties verstoren, besluitvorming onmogelijk maken.
Vaak wordt het niet als zodanig uitgesproken.
Het is een vuur wat woedt onder het oppervlak.
Een strijd die voor niemand te winnen valt.
Nou ja, soms wint er wel eens een partij. Dan haakt de één of de ander af.
Maar eerlijk is eerlijk, dan verliest eigenlijk iedereen.
Zoals altijd in relaties: als het gaat over winnen of verliezen, dan verliest vroeg of laat iedereen…
Stel je voor dat het geen strijd is…
Stel je voor dat we ze allebei nodig hebben: de oude garde én het verse bloed, de ervaring én de frisse blik?
Of eigenlijk: ik denk dat we ze allebei nodig hebben.
Want wat kunnen we veel leren van ‘de oude garde.’ Over de geschiedenis van het team en de werkwijze. Over al die situaties die ze al meegemaakt hebben en waar ze van geleerd hebben.
Heerlijk, het wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden!
En wat kunnen we veel leren van ‘het verse bloed.’ Soms komen ze net van de opleiding af, zijn ze nog piepjong. Juist die frisheid hebben we soms nodig. Om eens van een afstand te kijken naar wat we doen en ons af te vragen waar we nou helemaal mee bezig zijn.
Vers bloed hebben we nodig om niet vast te roesten, te blijven hangen in onze eigen kokervisie.
Uitdaging
De uitdaging zit in het verbinden van beide groepen. Het kan!
Om daarna te genieten van ieders schoonheid en eigenheid.
“Wat ben ik blij dat jij zo anders bent dan ik. Wat kan ik veel leren van jou. Samen met jou wordt het werken en leven mooier.”