Hoe je de eindeloze prater respectvol stil kunt krijgen
Iedereen kent hem wel: de eindeloze prater, iemand die veel praat en moeilijk te stoppen is. In je vergadering pakken ze het woord en lijken niet meer te stoppen. Ze nemen alle ruimte om te zeggen wat ze willen zeggen, blijven hun punt maar maken, ze herhalen zichzelf en anderen.
Misschien zeg je er niks van, maar erger je jezelf er wel aan. Of ben jij de persoon die ze afkapt: “bedankt, volgende!”
Hoe dan ook, het probleem blijft zich maar herhalen. Er lijkt geen oplossing.
In deze blog laat ik je zien hoe je wél tot een oplossing kunt komen!
De twee bekende manieren om met praters om te gaan
De manier waarop er mee omgegaan wordt kun je in grofweg twee categorieën verdelen:
- De duidelijke manier (ook wel de harde of botte manier genoemd): je kadert het af, je stelt duidelijke grenzen aan de spreektijd. Als jij de inschatting maakt dat het niet meer bijdraagt, kap je het af. Je probeert zo lang mogelijk netjes te blijven, zo min mogelijk emoties te tonen: “Bedankt, je punt is helder.”
Als de prater aan het woord komt, word je extra alert. Scherp blijven, als je teveel ruimte biedt kan het eindeloos lang gaan duren. Daar wordt jij niet blij van… en er zijn er meer in het team die het irritant vinden. - De zachte manier: je geeft de ruimte om te praten, je knikt en humt. Die ander heeft het toch nodig om gehoord te worden? Of misschien ben je ook wel huiverig voor de confrontatie… dan krijg je nog meer woorden over je heen. Of de persoon raakt gefrustreerd en houdt dan wel z’n mond, maar kan ondertussen niet meer constructief bijdragen aan het overleg.
Allebei de manieren werken niet.
Nou ja, ze lijken soms op korte termijn wel te werken.
Maar het echte probleem wordt niet opgelost. Vroeg of laat doet de situatie zich weer voor, herhaalt het ‘liedje’ zich.
Niets wat je deed lijkt een duurzame oplossing te brengen, een oplossing voor de lange termijn…
Waarom jij én de prater zo niet geholpen zijn…
De prater blijft praten met een reden!
Dat kan zijn omdat:
- hij heel enthousiast is
- hij het idee heeft dat jullie hem niet begrijpen
- hij iets heel erg belangrijk vindt
- hij denkt dat jullie iets belangrijk vinden om te horen van hem
- hij weinig andere mensen om zich heen heeft en nu eindelijk zijn verhaal kwijt kan
- hij altijd veel praat, dat is nou eenmaal wat hij doet, hij denkt dat dit is wie hij is
Wellicht heb je nog wel aanvulling.
Hoe dan ook: er is een reden!
Of je nou van de duidelijke manier bent of van de zachte manier, allebei maken ze geen verbinding met de dieperliggende reden van zijn gepraat. En daardoor lost het niet op, daardoor blijft het terugkomen.
Sterker nog: door aan de diepere reden voorbij te gaan, is de kans groot dat jouw manier van ingrijpen juist het praten versterkt!
Wat wel werkt
Je voelt em al aankomen: om recht te doen aan de prater én recht te doen aan jezelf, is het belangrijk verbinding te maken met ‘de reden’ van de prater.
De prater wil gehoord worden!
Er zijn verschillende manieren om dit te doen:
1. Ga gelijkwaardig werken.
We trainen teams om te gaan praten in rondes. Deze methode helpt om te gaan luisteren naar elkaar. Je weet immers dat je voorlopig niet aan de beurt bent, dus er zit niks anders op dan te gaan luisteren. Echt, zo werkt het!
Mijn ervaring is (en, ooo, wat vind ik dat leuk!) dat de praters als ze eenmaal aan de beurt zijn, veel sneller klaar zijn, helemaal niet zo lang meer praten.
Want als ze gehoord worden, dan zijn ze meestal snel tevreden.
2. Vraag het.
De krachtigste vorm is als de prater zélf verantwoordelijkheid neemt voor zijn praten en dus niet afhankelijk is van jouw ingrijpen. Daarom kap ik niet af en daardoor hum ik niet langer dan ik kan verdragen of me goeddunkt. Als iemand lang aan het woord is en zijn gepraat m.i. weinig meer toevoegt, dan zeg ik bijvoorbeeld het volgende: “je bent nu ongeveer 10 minuten aan het praten over … en ik heb de indruk dat je wel gezegd hebt wat je wilde zeggen… is dat zo?”
Of: “we hebben afgesproken onze spreektijd efficiënt te gebruiken en ik heb de indruk dat je nu herhaalt wat je eerder gezegd hebt. Klopt dat? Heb je dat nodig om bij je punt te komen of heb je eigenlijk wel gezegd wat je wilde zeggen?”
3. Zet het op de agenda.
Er zijn mensen die veel praten en mensen die minder praten. Dat kan zomaar gaan irriteren in het team. Zonder dat het uitgesproken wordt. Zet het op de agenda en bespreek het samen: “de één praat veel, de ander weinig. Graag wil ik met jullie bespreken hoe we hier samen mee om willen gaan.” Dan kan de prater zeggen waarom hij zoveel praat, de ‘stille’ kan zeggen waarom hij zo weinig zegt, samen besluiten we hoe we hier voortaan mee om willen gaan. Door het te bespreken, gaat de angel er direct uit én gaat iedereen voortaan meer verantwoordelijkheid nemen! Tot het weer wat uit de hand loopt en dan kan het weer op de agenda.
4. Het belangrijkste hierin is jouw houding, het is ‘de toon die de muziek maakt.’
Luister zonder veroordeling naar de ander.
Wees eindeloos nieuwsgierig, voortdurend op zoek te begrijpen wat die ander beweegt.
Wees gelijkwaardig, niet meer en niet minder dan de ander.
Dit is moeilijk, door de jaren heen zijn we dit verleerd. Verbindend communiceren is een vaardigheid. Oefening baart kunst!
Als jij de prater bent
Misschien ben jij wel de prater waar ik het over heb.
Merk je dat je maar blijft praten, dat je je verhaal herhaalt… dat je je niet gehoord voelt?
Merk je eigenlijk ook wel dat anderen het niet prettig vinden, afhaken, wegkijken?
Neem regie voor dat gevoel, voor het idee dat je niet gehoord wordt.
Dat kun je doen door te stoppen met je verhaal en een vraag te stellen, zoals:
- “Wat hebben jullie mij horen zeggen? Ik blijf namelijk maar praten omdat ik het gevoel heb dat jullie nog niet gehoord hebben wat ik eigenlijk wil zeggen.”
- “Ik wil graag mijn punt duidelijk maken én ik wil graag dat jullie je niet storen aan mijn lange verhaal. Willen jullie een seintje geven als je me niet meer kan volgen, als je me niet snapt of als je het idee hebt dat ik aan het herhalen ben?”
Er zijn meer opties.
Ook hier is jouw houding de sleutel: wees in verbinding met jezelf (wat heb jij nodig) en in verbinding met de ander (hoe is dat voor jullie?).
Oefen, ga op je bek en gebruik dat als leerervaring om de volgende keer een nieuwe poging te doen. Oefenen, oefenen, oefenen. En zo steeds beter zorgen voor jezelf én voor de mensen om je heen.