Als er (n)iemand moet huilen in je vergadering
10 juni 2019 

Als er (n)iemand moet huilen in je vergadering

Oef, wat heb ik het vaak lastig gevonden als er iemand ging huilen in een vergadering. Soms irriteerde het me (“stel je niet aan”), dan weer ontroerde het me. En vaak wilde ik het oplossen. Door te troosten, vragen te stellen, te ‘helpen.’ Of oplossen door er niet teveel aandacht aan te geven. Gewoon doorgaan, gaat vanzelf over…

In deze blog gaat het over ruimte geven aan emoties én ‘gewoon’ doorgaan met het overleg.

Hoe je voorkomt dat je gaat zorgen voor de ander én toch de ander alle ruimte geeft die hij/zij nodig heeft…

Als er iemand moet huilen

Grote kans dat er in ‘jouw’ overleg zelden iemand huilt.
En waarschijnlijk vind je dat wel prettig.

Want zelf emoties voelen en uiten is al lastig genoeg, omgaan met de emoties van een ander is vaak nog lastiger. Dan word je onhandig, trek je je terug. Of ga je juist troosten, arm eromheen.

Of oplossen? Daar zijn vooral mannen goed in: emoties oplossen. “Ga maar even … doen, dat is goed voor je, dan gaat het wel weer beter met je.”

Misschien ben jij wel degene die regelmatig gaat huilen…

En daar baal je van. Daardoor kom je minder goed uit je woorden. Soms weet je ook niet helemaal waarom je huilt. Of vind je het te spannend om te zeggen waarom je moet huilen.

Het kan fijn zijn als iemand je troost of helpt woorden te geven aan je verdriet, maar net zo vaak is het fijn als er niet al teveel aandacht voor is, als het gewoon de tijd krijgt. “Het gaat wel weer over, het gaat snel weer beter…” Liever niet teveel aandacht, iedereen naar je aan het kijken bijvoorbeeld…

Huilen en overleggen lijken niet bij elkaar te horen.

De huiler én de niet-huiler vinden het meestal ongemakkelijk. En daarom doen we het maar (liever) niet.

Het ongemak van huilen

Voor ik je ‘de oplossing’ aanreik is het belangrijk te spreken over ongemak: het ongemak van de huiler én van de niet-huiler.

Dat ongemak is de kern van het ‘probleem’ én van de oplossing.

Want het ongemak beïnvloedt meestal hoe we reageren.

Zien we dat de ander huilt, dan doet dat gelijk iets met ons. En daar handelen we vervolgens naar. Toelaten, oplossen, negeren of…

Voel jij dat je bijna gaat huilen, dan doe je waarschijnlijk je best om het in te houden, of je strijdt met jezelf of je wel of niet wilt huilen, of je baalt dat je dan niet uit je woorden gaat komen, etcetera…

Ongemak!

De eerste stap naar ‘ruimte voor de tranen én gewoon doorgaan’ is dat het ongemak er mag zijn om van daaruit niet meer zo ongemakkelijk te zijn.

Verzet je niet langer tegen het ongemak! Erken het ongemak en laat het daar. De sleutel is dat je je niet laat leiden door het ongemak!

Een jaar geleden schreef ik het volgende over mijn (soms) depressieve gevoelens:

Ik wens dat het ongemak er mag zijn, bij mezelf én de ander. Dat we een ongemakkelijk gevoel niet op hoeven lossen. En ik hoop dat dit mij én al die andere mensen worstelen met depressie, helpt om uit dat dal te klimmen. Omdat er wel degelijk meer is dan somberheid en ongemak. Maar dat ‘meer’ kan er alleen komen als eerst de somberheid en het ongemak er mag zijn. Ook die gevoelens zijn welkom. Liefst voor even…

Dus als je graag door wilt gaan met het overleg, dan kan dat alleen als eerst het ongemak (en de tranen) er mogen zijn.

Wil je graag huilen zonder het overleg te frustreren, dan zal eerst jouw ongemak (en je tranen) er mogen zijn!

Stop met zorgen voor

Dít is de uitdaging:
“Als we er samen voor zorgen dat iedereen goed voor zichzelf zorgt, wordt er goed voor iedereen gezorgd. Beter dan als iedereen alleen goed voor zichzelf zou zorgen.” 

Dat doe je zo:

1. Creëer een context waarin iedereen goed voor zichzelf kan zorgen

Wij doen dat door spelregels te gebruiken in elk overleg. Eén van de spelregels is het praten in rondes: iedereen praat om de beurt, in een ronde. We gaan net zo lang door met rondes tot alles gezegd is.

Als iemand het dan nodig heeft om te huilen, dan mag die persoon huilen. Als de persoon niet ‘aan de beurt’ is, kunnen we het rustig even laten gaan tot de bewuste persoon aan de beurt is.
[natuurlijk, als het erg ‘stoort’ in de vergadering, dan is het wellicht beter er gelijk aandacht aan te besteden!]

2. Laat de verantwoordelijkheid bij degene die huilt

Wanneer de persoon aan de beurt is en huilt, zijn we stil en laten we het even gaan.

Laat de persoon zelf verantwoordelijk en wacht tot hij/zij er iets over kan zeggen.

3. Stel een vraag

Er is altijd (!) ruimte om een verduidelijkende vraag te stellen. Bij een verhaal dat je niet snapt én ook bij emoties of non-verbaal gedrag wat je niet snapt.

Ik zie [objectieve waarneming]. Ik kan misschien wel invullen waarom, maar jij alleen kunt echt weten waar het over gaat. Wat betekenen je [gedrag wat je ziet]?

“Ik zie je tranen. Ik kan misschien wel invullen waarom, maar jij alleen kunt echt weten waar het over gaat. Wat betekenen je tranen?”
Of bij [wenkbrauwen die omhoog gaan] of bij [het lachen]…

Dan vul je het niet in voor de ander én geef je de ander de ruimte er woorden aan te geven.

Soms komt er dan niets. Dan kun je ook vragen ‘Is het voor jou ok als we nu doorgaan met de ronde?’

4. Vertrouw het proces, ga door met de rondes

In de situaties die ik meemaak gebeurt meestal het laatste. We gaan door met de ronde, naar de volgende, de huilende persoon krijgt even de tijd om tot rust te komen, de emoties er te laten zijn.

Bijna altijd kan de huilende persoon, als we na een hele ronde weer terug zijn bij hem/haar, iets vertellen over de tranen, over wat er gebeurde, waarom het zo raakte, etcetera.

Ik vind dit heerlijk: de tranen mogen er zijn én we kunnen door met het overleg.

Het mooiste vind ik nog dat júist daardoor (het doorgaan in rondes) er rust en ruimte ontstaat voor de emotie én het verhaal van de emotie.

En én!

Als er níemand huilt

Wellicht huilt er nooit iemand in jullie overleg. Wat zou dit kunnen betekenen?

  • Dat er zoveel openheid is dat de druk nooit zover op loopt?
  • Of dat er juist weinig gesproken wordt over wat jullie raakt?
  • Of dat huilen not-done is, ‘dat doe je niet in een overleg’? Waardoor het zich mogelijk uit in ander gedrag (zwijgen, boosheid, … )

Het gaat niet over goed of fout.

Als er niemand huilt in jullie overleggen dan is dat niet perse goed of fout.

Ik wil je wel uitdagen er eens over na te denken, over wat het betekent dat er zelden iemand huilt in jullie overleg. Is dat een goed teken? Of is er nog winst te behalen in jullie team als het gaat over ruimte voor emoties?

Over de schrijver
Adrian Roest is coach, trainer, gespreksleider en adviseur bij SamenWerkt.nu Coöperatie UA. Hij houdt van humor en authenticiteit en creëert met zijn gelijkwaardige houding snel een veilige sfeer voor het hele team.
Reactie plaatsen